‘Hier maak ik van dichtbij mee wat er bij bouwen komt kijken’
Het was een beetje een gok voor Christine Klöpping om te solliciteren voor een TBI-traineeship. Maar een goede gok, stelt ze na vier maanden vast. Christine studeerde aan de TU Delft, waar ze haar bachelor deed in Applied Earth Sciences en haar master in Geo-Engineering. Nu werkt ze bij TBI-onderneming Mobilis, die samen met Boskalis Nederland en Van Gelder Groep de Openbaar Vervoerterminal Amsterdam Zuid vernieuwt en uitbreidt.
‘Ik kende TBI als sponsor van de Delftsche Studenten Roeivereeniging Laga, waar ik roei, en herken dus overal het groen-paars. Via een roeivriendin hoorde ik van het TBI-traineeship. Zij had dit gevolgd en was er heel enthousiast over. Ze vertelde dat je daarin drie keer een baan mag uitproberen. En dat je dan ook echt collega en teamlid bent in plaats van een goedbetaalde stagiair. Toen dacht: ik neem de gok. Ik vind heel veel leuk. Dan dit vast ook.’
Waar werk je?
‘Bij Mobilis, een aannemer in de infra, die werkt aan de nieuwe Openbaar Vervoerterminal Amsterdam Zuid. Ik wist dat ik graag een periode op de bouwplaats wilde werken, maar dan niet op een project met veel herhaling zoals een flat. En binnen de infra kon ik kiezen voor ontwerp of werkvoorbereiding. Bij Mobilis werken beide disciplines in de keet op het project. Ik koos voor werkvoorbereiding omdat je dan het dichtst op de praktische bouw werkt.’

De vernieuwing en uitbreiding van dit station is een enorme en langlopende operatie. Bij welk onderdeel ben jij betrokken?
‘Ik werk mee aan het voorbereiden van de huidige passage op een grote verbouwing en het maken van één metrodek dat straks over deze passage wordt geschoven. Dit dek, waar straks een metro overheen gaat rijden, is net gestort. Het is honderd meter lang, vier meter breed, bijna een meter dik en ligt nu op een ander metrodek over de bestaande passage. Deze zomer wordt het huidige perron gesloopt en schuiven we dit dek als een brug over de passage heen waaronder de passanten lopen. Daarna bouwen we een tijdelijk en wat hoger perron terug. Dit alles in maar vijf weken!’
Wist je al iets van dit soort werkzaamheden voor je hier begon?
‘Nee, ik wist niets van beton en heb mezelf er gewoon ingegooid. Ik stel ook veel basale vragen. Gelukkig is er vorig jaar al een dek als dit gemaakt waarover informatie beschikbaar is. Dit gaf me een leidraad waardoor ik een eigen taak en verantwoordelijkheid op me kon nemen. Ik vraag bijvoorbeeld de onderaannemers om te beginnen met het maken van tekeningen voor de bekistingen en tijdelijke ondersteuningen. Ik kan opzoeken hoe dat eerder is gebeurd en geef de gegevens aan hen door. Verder houd ik de planning en raakvlakken met andere onderaannemers in de gaten. Ik vraag de uitvoerder wat hij vindt van de plannen, tekeningen en planning en soms moet ik weer terug naar de afdeling ontwerp voor aanpassingen.’
Hoe is het om te werken op een ov-station met zoveel passagiers?
‘Dat vraagt extra aandacht. Ik wilde bijvoorbeeld de grootst mogelijke betonpomp op een zo klein mogelijk plekje kwijt. Dan ga je puzzelen met de leverancier. Waar is plaats en is dat handig in de uitvoering? Uiteindelijk is het hele dek in minder dan tien uur gestort. Dit honderd meter lange dek vervangt straks het bestaande dek van 25 meter. Zo wordt de ruimte voor reizigers vele male groter.’

Ben jij er straks bij als het nieuwe metrodek wordt geplaatst?
‘Ik hoop dat wel mee te maken. Ik werk dan alweer in mijn volgende traineefunctie, maar ik kom deze zomer tijdens de vijf weken buitendienststelling een aantal weken terug. Dan draai ik mee in de 24 uursdiensten, hopelijk ben ik er dan bij als het dek zijn definitieve plek krijgt.’
Hoe is de sfeer in de bouwkeet?
‘Vriendelijk. Ik werk in een fijn team. Ik had ook wel verwacht goed te landen. Ik ben gewend om mijn mond open te trekken en het feit dat hier tien keer minder vrouwen werken dan mannen, maakt mij niet veel uit. Iedereen wordt geaccepteerd zoals-ie is, maar het helpt wel als je je uitspreekt. Ik heb ook weleens een discussie gehad waarin ik de feministische rol op me nam. Daar wordt ook goed op gereageerd!.’
Kom je veel buiten?
‘Dat is deels een eigen keuze, ik moet er soms tijd voor maken. Zo’n twee keer per week loop ik een rondje en fotografeer ik de voortgang. Dat helpt ook om het bouwproces te begrijpen. Ik kan dan ook gelijk een praatje maken met de uitvoerder of voorman.’

Zou je een werkdag kunnen beschrijven?
‘In deze fase begint mijn dag vaak met een vraag van de uitvoering waar ik direct mee aan de slag moet. Zo’n vraag gaat betreft bijvoorbeeld onduidelijkheid over de kopbekisting: hoeveel graden schuin moet die zijn? Of om de vraag wanneer de spandraden in het betonnen dek mogen worden afgespannen. Dit mag pas na een bepaalde uitharding van het beton gebeuren. Daarnaast heb ik afspraken met het ontwerpteam of een onderaannemer om iets door te praten. Ik neem ook deel aan inkoopgesprekken. Verder werk ik aan een plan met de voorbereidende werkzaamheden voor de volgende fase. Hierbij hoort een bouwveiligheidsplan waarin we maatregelen nemen om reizigers te beschermen.’
Kun je iets zeggen over wat je hier hebt geleerd?
‘Ik weet nu hoeveel balletjes een werkvoorbereider omhoog moet houden. En ik heb veel geleerd over beton. Ik kom uit de Geo-Engineering en voor ons is beton een lomp materiaal waar je gewoon wat extra van stort en dan weet je dat het sterk genoeg is. Maar ik begrijp nu veel meer van de chemische reacties die er in beton plaatsvinden, dat de weersomstandigheden hier invloed op hebben en dat er zo nog wel meer factoren zijn die je in de gaten moet houden. Iets anders is dat ik de bouwkundige details interessant ben gaan vinden. Ik ben eigenlijk meer van de grote lijn, maar zie nu hoe de details vaak bepalen of een project goed loopt.’
Jullie krijgen een zestal trainingen die twee dagen duren. Wat vond je van de eerste?
‘Die was verrassend. Het ging over communicatie en daaruit kwam naar voren dat ik enthousiast en impulsief ben. Dat wist ik al, maar ik zag dit altijd als goede eigenschappen. Nu kwam ik erachter dat sommige mensen hierdoor kunnen dichtslaan. Doordat ik me hier nu van bewust ben, kan ik mijn gedrag aan hen aanpassen.’

Heb je al een idee van wat je hierna wilt gaan doen?
‘Ik denk aan projectontwikkeling of ontwerp, maar weet het nog niet zo goed. Ik weet wel dat ik graag de gedachtegang van de opdrachtgever wil meemaken, wat bij projectontwikkeling zou kunnen. Want wat ik heb gezien is dat iedereen vanuit zijn eigen oogmerk aan tafel zit. Ontwerp, werkvoorbereiding, uitvoering en onderaannemers, ze hebben allemaal hun eigen focus. Voor nu heb ik mijn belangrijkste leerdoel in elk geval behaald: meemaken wat er allemaal speelt bij een project.’
‘Ik had nooit gedacht dat ik me op een bouwplaats thuis zou voelen’
Tim Raijmakers is net gestart met zijn derde en laatste werkperiode van het TBI-traineeship als we hem spreken. Al op de basisschool wilde hij architect worden. Aan de TU Delft behaalde hij zijn bachelor Bouwkunde en deed zijn master Architectuur. En toen sloeg de twijfel toe. De bouw trok hem nog steeds, maar was architect wel zijn bestemming?
